Een mooi voorbeeld waarbij de C2C-gedachte in praktijk is gebracht, is het ontwerp van het Stadskantoor Venlo. Kraaijvanger-architect Hans Goverde is verantwoordelijk voor het ontwerp en liet weten hierbij gefocust te hebben op de C2C-gedachte en het circulaire bouwen. Als eerste regio in de wereld heeft dit Limburgse gebied de Crade to Cradle-principes omarmd. Hierbij was niet alleen het materiaalgebruik belangrijk. Samen met de gemeente Venlo en het C2C ExpoLAB werden de ambities vastgesteld van het gebouw. Daardoor is het gebouw een grondstoffenbank, zuivert het lucht, wekt het energie op en sluit het waterkringlopen. Voor de bouw van het kantoor is Goverde op zoek gegaan naar grondstoffen die 100% recyclebaar zijn en dus opnieuw als grondstof gebruikt kunnen worden.
“We beschouwen het gebouw als een grondstoffendepot, dat over 40 jaar zijn waarde nog heeft. 80% van het gebouw bestaat uit materialen, die op de een of andere manier herbruikbaar zijn. De gemeente Venlo was bereid om € 3 miljoen extra in het gebouw te investeren op het moment dat wij konden aantonen dat de extra maatregelen de terugverdientijd op het gebouw kon bekorten. Op gebied van energiebesparende maatregelen, zoals led-verlichting, hemelwateropvang, waterloze urinoirs, pv-panelen, een wko en een verhoogde isolatieschil, kunnen we stellen dat we na 17 jaar de extra gemaakte kosten hebben terugverdiend.“ Twee jaar na oplevering van het gebouw is er een positieve cashflow.
Stadskantoor Venlo levert een actieve bijdrage aan het schoner maken van de leefomgeving. Het zuivert namelijk de lucht door een innovatie in de vorm van een grote groene longgevel. De lucht wordt door de groene gevel geblazen met een speciaal ontworpen principe dat een zuiverende werking heeft.
Ook wat betreft het materiaalgebruik is een zorgvuldige afweging gemaakt, met de C2C-gedachte als uitgangspunt. “We hebben ingezet op C2C, met de mogelijkheid om daarvan af te wijken”, stelt Goverde, die bij het ontwerp bijvoorbeeld koos voor de Oostenrijkse techniek HOLZ100. Hierbij heeft hij verbindingen tot stand gebracht met deuvels, die uitzetten en dus klemmen op het moment dat ze vochtig worden. “Voordeel boven lijm, maar ook boven metalen verbindingen is dat demontage een stuk eenvoudiger verloopt en het materiaal beter geschikt is voor hergebruik. Je hebt namelijk niet te maken met vervuilende en milieubelastende lijmen”, aldus Goverde.
Onbehandeld, herbruikbaar aluminium voor zuidgevel
Als tweede voorbeeld noemt hij de opvallende zuidgevel van het gebouw. “Die gevel is uitgevoerd in onbehandeld aluminium. Dit materiaal is na sloop geschikt voor hergebruik zonder dat er sprake is van kwaliteitsverlies. Daarnaast hebben we C2C-beton gebruikt, samengesteld uit 100% granulaat en ook 100% geschikt voor hergebruik.” Ook bij de inrichting van het gebouw is de C2C-gedachte niet uit het oog verloren. “Bij het kantoormeubilair hebben we gekozen voor Herman Miller-stoelen. Deze kantoorstoel is voor 100% demontabel en de materialen zijn 100% herbruikbaar. Op termijn willen we producten koppelen aan barcodes. Met een eenvoudige scan zie je dan welk materiaal het betreft, wat de eigenschappen zijn en wat de omvang is.”
Na 40 jaar opnieuw bruikbaar
Goverde wijst erop dat hij, vanwege het verdienmodel, moet rekenen dat het gebouw een levensduur van 40 jaar heeft. “Maar het gebouw kan langer staan. Het is zo ontworpen dat het op termijn ook een andere functies kan krijgen, bijvoorbeeld een theater of een café. En in de toren is ruimte voor appartementen. Uiteraard hopen we als architectenbureau dat het er langer dan 40 jaar staat. Omdat het gebouw met een C2C-paspoort is ontworpen, is het geen probleem om het na 40 jaar te demonteren en de materialen opnieuw te gebruiken.“