Veel visueel gehandicapten zijn voor het vinden van hun weg volledig afhankelijk van de blindengeleidelijnen op de stoep. Maar die lijnen worden massaal genegeerd door andere verkeersdeelnemers.
Venlo kent zo’n tweeduizend inwoners die blind of slechtziend zijn en graag gebruik maken van de stroken. De geleidestroken zijn te vinden op het Stationsplein, Koninginneplein, Keulse Poort, Parade, Gasthuiskampstraat, Markt en de Vleesstraat
De gemeente Venlo is verantwoordelijk voor de handhaving van het obstakelvrij houden van de lijnen. Zo worden horeca-ondernemers erop gewezen om hun stoelen niet op de geleidestroken te plaatsen. Ook de gemeente streeft naar een volledig toegankelijk Venlo.
Maar weinig mensen weten waarvoor de lijnen dienen. Daarom hier onder een uitleg.
Er bestaan drie soorten tegels voor blinden en slechtzienden:
1. Ribbeltegels
2. Waarschuwingstegels (noppen/bollen tegels)
3. Informatietegels
1) Ribbeltegels
Ribbeltegels duiden de juiste looprichting aan. De groeven volgen de looprichting.
Waarvoor dienen deze tegels?
– als geleiding
Waar worden ze gebruikt?
– in geleidelijn (geleidelijn dient 600 mm breed te zijn)
Waar worden deze tegels aangebracht?
– bij alle voetgangersoversteekplaatsen
– in de middenberm
– vluchtheuvels
– in complexe verkeerssituaties (bijv. waar de natuurlijke gidslijn ontbreekt)
2) Waarschuwingstegels (noppentegels)
Waarschuwingstegels duiden op gevaarlijke punten. Deze tegels hebben een noppenpatroon. Ze zijn te vinden aan oversteekplaatsen, dalende trappen, waterpartijen en klapdeuren.
3) Informatietegels
Informatietegels signaleren belangrijke punten. Ze zijn gemaakt van rubber. Ze worden gebruikt om een bushalte aan te duiden, om een aftakking van een geleidelijn te signaleren of als infotegel, bijvoorbeeld aan de ingang van een belangrijk openbaar gebouw zoals het gemeentehuis.
Waarvoor dienen deze tegels?
– als attentie/waarschuwing.
Waar worden ze aangebracht?
– bij aftakkingen in geleidelijnen (ook wel keuzepunt genoemd)
– bij Voetgangersoversteekplaatsen (VOP’s)
– waar de stoeprand verlaagd of afgeschuind is
– bij het begin van een trap
– bij bus- en tramhalte
– bij obstakels die niet met de taststok kunnen worden gezien, zoals bijvoorbeeld fietsklemmen, bloembakken en reclameborden.
